Preventieve zorg bij uw hond

Vaccineren

Een vaccinatie voorkomt dat uw hond ziek wordt. Gelukkig komen dankzij het vaccineren al een aantal hondenziekten (bijna) niet meer in Nederland voor. Wij vaccineren honden volgens het volgende schema:

6 weken: parvovirus + hondenziekte (Distemper)
9 weken : parvovirus + leptospirose (ziekte van Weil)
12 weken: parvovirus + hepatitis + hondenziekte + leptospirose (cocktail)
1 jaar: parvovirus + hepatitis + hondenziekte + leptospirose (cocktail)
2 jaar: leptospirose
3 jaar: leptospirose
4 jaar: parvovirus + hepatitis + hondenziekte + leptospirose (cocktail)

Gaat uw hond naar een pension en/of komt uw hond veel in contact met andere honden? Dan adviseren we ook tegen kennelhoest (besmettelijke hondenhoest) te vaccineren. Bij de meeste pensions is deze vaccinatie verplicht.

Gaat uw hond naar het buitenland, dan is een Rabiƫs (hondsdolheid) vaccinatie verplicht. Deze mag vanaf een leeftijd van 12 weken worden toegediend en is voor landen binnen de Europese Unie 3 jaar geldig. Let er wel op dat deze vaccinatie minimaal 3 weken voor vertrek naar het buitenland dient te worden gegeven.

Mocht er onverhoopt tussen de vaccinaties een langere periode zitten dan geadviseerd, dan kan het nodig zijn om een booster vaccinatie te geven.

Titeren
Uit onderzoeken is gebleken dat de antilichamen verkregen door vaccinatie soms langer aanwezig blijven dan eerder werd gedacht. Hierdoor wordt tegenwoordig ook niet meer ieder jaar een cocktail gegeven, maar wordt bovenstaande schema aangehouden.

Er zijn echter honden waarbij de antilichamen zelfs nog langer aanwezig blijven dan de aangehouden 3 jaar. Als eigenaar kunt u er daarom ook voor kiezen deze antilichamen te laten meten in het bloed van de hond. Deze test kan echter alleen worden uitgevoerd voor het parvovirus, hepatitisvirus en hondenziekte. Dit kan dus niet voor de leptospirose of de kennelhoest. Het titeren heeft dan dus ook alleen nut als de hond weer in aanmerking komt voor de cocktailvaccinatie. De leptospirose moet wel jaarlijks gegeven blijven worden.

Castreren of steriliseren

De woorden castreren en steriliseren worden in de diergeneeskunde vaak wat door elkaar gebruikt. Wij gebruiken de term steriliseren bij teven en castreren bij reuen. Eigenlijk worden teven ook gecastreerd, omdat we de eierstokken verwijderen. Maar om verwarring te voorkomen gebruiken we de term sterilisatie.

Steriliseren
Wij adviseren om medische redenen alle teefjes te laten steriliseren. Ongesteriliseerde teefjes hebben namelijk vergrote kans op verschillende aandoeningen die onder invloed van hormonen kunnen ontstaan. Namelijk onder andere:

  • Baarmoederontsteking
  • (Kwaadaardige) melkkliertumoren
  • Suikerziekte

Hoe vaker een teefje loops is geweest, hoe groter de kans hierop.

Sterilisatie kan ervoor zorgen dat de structuur van de vacht van het teefje veranderd. De kans op incontinentie kan toenemen. Ook het gewicht van de hond kan toenemen na sterilisatie. Echter wegen deze problemen niet op tegen bovengenoemde aandoeningen.

Het mooiste moment om een sterilisatie te laten plaatsvinden is ongeveer 3 maanden na een loopsheid. Wij adviseren om de teef eenmalig loops te laten worden en hierna te laten steriliseren. Echter zijn hier wel uitzonderingen op, met name bij grotere hondenrassen. U kunt voor het beste advies altijd overleggen met de dierenarts.

Castreren
Reuen hoeven niet gecastreerd te worden om aandoeningen te voorkomen zoals bij de teef. Redenen om uw reu wel te laten castreren kunnen zijn:

  • Anticonceptie: teef in huis, uitlaatservice
  • Gedragsproblemen/ongewenst gedrag
    Bijvoorbeeld dominant gedrag of hyperseksueel gedrag
  • Prostaatklachten
  • Testikeltumoren

Bij een castratie worden de testikels van uw hond via een kleine incisie uit het scrotum verwijderd. Het scrotum zelf wordt dus niet verwijderd.

Een reu kan ook via chemische castratie gecastreerd worden. Hierbij wordt de hond niet geopereerd, maar krijgt de hond een onderhuids implantaat welke invloed heeft op het testosteron. Dit kan voor 6 maanden of 1 jaar gedaan worden. De werkingsduur kan per individu verschillen. Het duurt altijd 6 weken voordat de hond echt onvruchtbaar is. In deze eerste periode kunnen de eventuele (gedrags-)klachten ook eerst verergeren.

Mogelijke nadelen van castratie zijn gewichtstoename en vachtverandering.

Hoe ziet de dag van de castratie/sterilisatie eruit?
Voorafgaande de operatie moet uw hond nuchter zijn. Dit betekent 12 uur lang niet eten, wel water drinken. Als uw hond erg klein is (onder de 4 kg) wordt geadviseerd wat suikerwater of honing te geven. Op de dag van operatie komt uw hond op de praktijk. De dierenarts zal uw dier nog nakijken en als alles in orde is krijgt uw hond een narcose injectie. U mag bij de hond blijven tot hij/zij slaapt en dan komen wij hem/haar ophalen voor de operatie. U gaat dan rustig naar huis en komt op de afgesproken tijd diezelfde middag weer terug op de praktijk. U krijgt dan uitleg over de nazorg en eventuele bijzonderheden worden besproken.

Het kan zijn dat de hond de dag van de operatie nog niet goed wil eten, meestal zijn ze dan wat misselijk van de narcose. De volgende dag verwachten wij echter wel dat de hond weer zelfstandig eet, is dit niet het geval neem dan contact op met de praktijk.

Parasieten

Uw hond kan verschillende parasieten met zich meedragen, zowel uitwendig als inwendig.

  • Uitwendige parasieten: vlooien, teken en mijten. Ze kunnen zorgen voor jeuk en/of huidklachten. Helaas kunnen teken ook ziektes bij zich dragen. Het is dan ook belangrijk uw hond hiertegen te beschermen. U kunt uw hond hiertegen beschermen door middel van tabletten of pipetten. De meeste middelen werken een maand, een enkel product werkt drie maanden. Teken zien we vooral in de warmere maanden, maar vlooien kunnen het hele jaar door aanwezig zijn. Neem contact op met de praktijk om te bepalen welk middel voor uw hond het meest geschikt is. Wanneer uw hon vlooien heeft is het belangrijk om alle dieren in het huishouden te behandelen. Bij een vlooienplaag adviseren wij om ook de omgeving te behandelen en alle kleedjes te wassen.
  • Inwendige parasieten: wormen, zoals de spoelworm, lintworm, haakworm, hartworm en longworm. Of uw hond wormen heeft, is van buiten vaak niet te zien. Door middel van ontlastingsonderzoek kan een worminfectie worden vastgesteld. In sommige gevallen zijn er segmenten van de lintworm (te herkennen als rijstkorrels) in de ontlasting te zien. Ondanks dat uw hond niet altijd symptomen laat zien, is het wel belangrijk om uw hond regelmatig te ontwormen, omdat de wormen van de hond ook besmettelijk zijn voor mensen. We adviseren uw hond iedere 3 maanden te ontwormen, dit komt neer op 4x per jaar. Neem contact op met de praktijk om te bepalen welk middel voor uw hond het meest geschikt is.

 

Chippen

Chippen is geen preventieve gezondheidsmaatregel, maar is wel erg belangrijk om te doen. Bij honden is chippen al vanaf 2013 verplicht. Wanneer u het chipnummer registreert bij een databank, wordt uw gegevens aan de chip gekoppeld. Zo kan contact met u worden opgenomen als een vermist dier gevonden wordt.

Het chipnummer registreert u bijvoorbeeld bij het NDG. Het chipnummer kan ook via andere databases geregistreerd worden. Om te controleren in welke database de chip staat kunt u kijken op chipnummer.nl.

Vragen over onze diensten?

Neem dan contact met ons op